maandag 7 januari 2008

Pesten

Plagen en pesten
Plagen en pesten zijn niet hetzelfde. Niet alle leraren en ouders kunnen het onderscheid even goed herkennen. Hierdoor wordt pesten nogal eens ten onrechte voor plagen aangezien. Bij plagen zijn beide partijen (vrijwel) aan elkaar gelijk, en is de situatie één op één. De ene keer doet de een wat, de andere keer de ander. Het kan gebeuren dat het niet prettig gevonden wordt, en er kan zelfs ruzie van komen, maar zelfs dan geven beide partijen goed partij.
Plagen kan ook een goedaardig karakter hebben, waarbij beide partijen erom kunnen lachen. Een sprekend en typisch Nederlands voorbeeld is het Sinterklaasgedicht.
Pesten is structureel anders. In tegenstelling tot bij plagen is er hier geen gelijkwaardigheid meer. De pesterijen gebeuren niet één op één, maar met een hele groep tegen één (soms twee of drie, maar altijd een minderheid). De gepeste kan zich niet verweren, en is altijd de sigaar. Vaak durft of kan hij niet terugslaan, of is hierin niet doeltreffend. Plagen houdt na verloop van tijd op, terwijl pesten vaak voortdurend doorgaat.
Zelfs kleine grapjes hoeven niet per se plagen te zijn. Als het grapje tot vervelens toe herhaald wordt en de ander zich niet kan verweren, dan is er ook al sprake van een (lichte) vorm van pesten.

De slachtoffers
Vaak wordt qua gedrag, kleding, sociale vaardigheid of in andere opzichten afwijken van de groep als aanleiding gezien voor pesten. Deze bewering is echter niet alleen onwaar, maar ook uiterst kwetsend voor slachtoffers. Iedereen kan immers het slachtoffer worden van pesten. Onderscheid is immers makkelijk te maken (iedereen is anders), en dit wordt vaak achteraf als reden opgegeven. Wel kan het eerder voorkomen bij nieuwelingen in een klas, of wanneer een geheel nieuwe klas wordt gevormd (brugklas).
Er wordt onderscheid gemaakt tussen passieve en provocerende slachtoffers. De passieve slachtoffers kenmerken zich door angstig, onzeker gedrag en een negatief zelfbeeld. De provocerende slachtoffers zijn angstig maar uiten dit agressief. Ze slaan of zeggen iets terug maar zijn hierin niet doeltreffend. Dit is ook erg lastig, aangezien vaak de hele groep actief of passief tegen het slachtoffer is of lijkt te zijn. Voortdurende treiterijen zijn bovendien zeer destructief voor het zelfvertrouwen. Zo wordt een vicieuze cirkel geboren: de gepeste kan zich niet verweren hetgeen de pester aanmoedigt door te gaan.

De daders
De daders hebben vaak verschillende motieven om tot pesten over te gaan. Soms is dit pure verveling. In andere gevallen kan het een frustratie zijn die ze willen afreageren, of jaloezie. Een (zeer sprekend) voorbeeld hiervan is het pesten van de beste leerling van de klas door jaloerse klasgenoten. Soms is de dader vroeger zelf gepest of bang gepest te worden, en probeert hij door iemand anders te pesten de aandacht van andere potentiële pesters af te leiden van zichzelf. Iemand kan ook denken de populairste leerling van de klas te zijn door zich aan de slachtoffers "op te trekken". Meestal pesten ze alleen als ze in een groep zijn, of voldoende (passieve) medestanders hebben. De meeste daders durven niets te ondernemen als ze zich onvoldoende gesteund voelen. Dit leidt tot een patroon van daadwerkelijke daders en meelopers: de mensen die de daders aanmoedigen en verbaal steunen. De meelopers zijn meestal zelf bang voor de pester, maar laten hem meestal vallen als hij zelf gezichtsverlies leidt.
Een onderscheid kan worden gemaakt tussen mannen en vrouwen, kinderen en volwassenen, en hoog- en laagopgeleiden. Mannen, kinderen en laagopgeleiden nemen meestal de toevlucht tot fysieke pesterijen en grapjes als het wegmaken van de spullen. Vrouwen, hoogopgeleiden en volwassenen nemen vaker hun toevlucht tot verbale pesterijen, die beslist niet minder naar zijn.

Op school
Onderzoek heeft aangetoond dat pesten het meeste voorkomt op grote scholen met grote klassen waar het contact met de docent afstandelijk is, en waar weinig wordt gedaan om de onderlinge sfeer te verbeteren. Ook werken veel docenten passief aan pesten mee, door hier de ogen voor te sluiten omdat ze bang zijn de klas niet in de hand te kunnen houden. Een enkele keer, zet zelfs een leraar aan tot pesten, door zelf ook iemand regelmatig flink op de hak te nemen. Ook komt het voor dat de docent zelf (meestal verbaal) wordt gepest door de leerlingen, en zijn eigen beroep een hel voor hem wordt. Een passieve houding van de docent of de school zal door de daders echter als een vrijbrief worden opgevat, en het pesten verergeren!
Bekende vormen van pestgedrag zijn:

* Het slachtoffer doodzwijgen;

* Over het slachtoffer roddelen of hem publiek voor schut zetten;

* Het slachtoffer in de les voortdurend afleiden. Vaak komt het ook voor dat het slachtoffer,
wanneer hij iets terugzegt of terugslaat, van de leraar straf krijgt. Dit tot groot vermaak van
de daders;

* Fysieke intimidatie;

* Verbale intimidatie;

* Afpersing;

* Voortdurend kritiek op het slachtoffer uitoefenen;

* Cyberpesten.

Wanneer docenten of ouders merken dat een leerling wordt gepest, zal er actie moeten worden ondernomen. Veel middelbare scholen hebben programma's tegen pesten. Hierbij worden ouders, leraren, daders en slachtoffers betrokken, want pesten is een groepsgebeuren. Kenmerkend is dat een eenmalige projectweek geen of weinig effect zal sorteren, tenzij er sprake is van een duurzame bewustwording bij meerdere betrokkenen. In sommige gevallen is slechts een andere klas of een andere school een oplossing. Ook kan het soms helpen de daders (dus niet de meelopers), die meestal maar 1 of 2 personen zijn, over te plaatsen naar een andere (combinatie) klas. Een aantal scholen kiest voor een zero-tolerance beleid: wie ook maar de schijn wekt andere leerlingen te pesten wordt stevig aan de tand gevoeld, gestraft, of krijgt een uitnodiging voor de ouders om naar school te komen.
Zinvol is het wanneer klas en docent samen spelregels opstellen: wat is prettig voor iedereen? wat doen we als klas niet? En deze regels regelmatig gezamenlijk evalueren. Ook kunnen sociaal zwakkere leerlingen geholpen worden door een trainingsprogramma waarin hun geleerd wordt hun eigen gedrag te herkennen en te verbeteren.

Geen opmerkingen: